donderdag 18 augustus 2011

Hillen legt militairen missie Kunduz spreekverbod op

Militairen die deelnemen aan de politietrainingsmissie in de Noord-Afghaanse provincie Kunduz mogen geen direct contact meer met de media hebben.

Dat heeft minister Hans Hillen van Defensie woensdag in het NOS Radio-1-Journaal gezegd. De minister zegt de maatregel te nemen om de eigen veiligheid van de manschappen te waarborgen.

Veiligheid komt volgens de bewindsman op de eerste plaatst. Hij vindt dat militairen “altijd hun kaarten gedekt” moeten houden en niet naar buiten moeten brengen wat er allemaal gebeurt.

Logistieke puinhoop
De Nederlandse soldaten die begin juli in de Noord-Afghaanse provincie Kunduz arriveerden om Afghaanse agenten te trainen, bestempelden de missie als een “logistieke puinhoop”.

Ze zijn gefrustreerd omdat ze er al zes weken zijn en nog niets kunnen uitvoeren. Dat blijkt uit e-mails die de militairen aan de NOS hebben gestuurd, wat afgelopen zondag bekend werd.

Hillen bevestigde dinsdag in een antwoord op Kamervragen dat de missie problemen kende. Hij zei dat de praktijk in de opbouwfase soms weerbarstiger was dan de planning.

Jan Kleian, de voorzitter van de soldatenvakbond ACOM, heeft in een reactie laten weten dat het spreekverbod met journalisten bij deze missie niet past, omdat Nederland juist in Kunduz aanwezig is om een “stukje democratie” te brengen.

Hij noemt het "eeuwig zonde dat er mensen nutteloos in Kunduz hebben gezeten" en zegt dat militairen donders goed weten wat ze wel en niet kunnen zeggen uit veiligheidsoverwegingen.

Hij vindt het onterecht dat het spreekverbod is opgelegd. "Als Defensie had gezorgd dat alles goed was geregeld, hadden militairen geen reden tot klagen gehad."

Maar Hillen vindt het verontrustend dat militairen op deze manier uit de school klappen. Klagende soldaten zijn volgens hem ook niet uniek.

Hij zei: "Soldaten hebben altijd gemopperd. Vroeger werd er gemopperd in de kantine, nu gebeurt dat via internet en krijgt het veel publiciteit waardoor het lijkt alsof dingen flink fout zijn gegaan en het een rommeltje is."

Volgens Hillen is de missie intussen op orde. Er is voldoende munitie, iedereen heeft een scherfvest en vrijwel alle voertuigen zijn beschikbaar. Er is nog wel een gebrek aan tolken. Daarom worden tijdelijk extra tolken uit Nederland ingevlogen.