De militaire vakbonden vinden dat het kabinet iets moet doen aan het verschil in beloning tussen soldaten en politieagenten die naar Kunduz uitgezonden worden. Agenten krijgen voor hetzelfde werk 100 euro per dag meer dan militairen.
De Telegraaf meldt in het artikel “Salarisrel over Koendoez”
dat het ministerie van Defensie op de hoogte is van een verschil in salaris.
Dit komt omdat er ook een verschil is in rechtspositie. De verschillen worden veroorzaakt door regelingen van de EU, de NAVO en Nederland.
De Europese Unie (EU) betaalt een extra toelage aan de civiele agenten die onder haar vlag aan de slag gaan, zo schrijft de krant.
“Brussel keert dit bedrag uit omdat ze ervan uitgaat dat de agenten hotel- en dinerkosten zullen krijgen. Dat hiervan op de militaire basis in Koendoez geen of amper sprake zal zijn, leidt niet tot intrekking van de extra uitkering.”
Militairen bouwen anderzijds een dubbel pensioen op en hebben andere voordelen ten opzichte van politiemensen.
Maar hier zit het verschil dus duidelijk in de toelage die de EU uitkeert.
De Nederlandse militairen die in Uruzgan verbleven ontvingen trouwens ook een toeslag van ruim 100 euro per dag.
Bonden
De militaire vakbond AFMP is van mening dat er voor de missie naar Kunduz alleen naar het salaris in die periode moet worden gekeken.
Volgens voorzitter Wim van den Burg van de AFMP begrijpt niet iedereen “een pakketvergelijking”. Het gaat volgens hem om dezelfde beloning voor hetzelfde werk.
Hij zegt dat de vakbond er niets aan kan doen en dat ze geen invloed op afspraken met de EU heeft. Hij vindt dat het kabinet in actie moet komen.
Ook de Marechausseevereniging (Marver) kan zich niet vinden in de inkomensverschillen.
Ton de Zeeuw, de voorzitter van de Marver, voorziet scheve gezichten tussen de mensen die worden uitgezonden.
Hij is van mening dat het “onverteerbaar” is dat je “als militair in de kantine naast een politieman zit die voor hetzelfde werk 100 euro per dag meer in zijn zak steekt”.
Inzet politietrainers
De Nederlandse inzet van 225 opleiders bestaat uit ongeveer 40 civiele politiefunctionarissen van regiokorpsen en het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD).
Zij komen terecht bij EUPOL Afghanistan, de Europese Politiemissie voor het Centraal-Aziatische land. Deze civiele politietrainers starten begin volgend jaar aan het geven van een basistraining aan Afghaanse politierekruten.
De andere opleiders zijn marechaussees en infanteristen van de landmacht die agenten praktijkbegeleiding gaan geven. Zij beginnen deze zomer, als GroenLinks en de ChristenUnie de missie blijven steunen, en hun taak wordt aangemerkt als het gevaarlijkst omdat het “buiten de poort” plaatsvindt.
De andere 220 soldaten die aan de missie deelnemen zijn onder meer luchtmachtpersoneel met 4-F-16’s, genisten en mensen van de EOD die bermbommen opsporen en personeel dat verbonden is aan hoofdkwartieren van de NAVO in Afghanistan.
Tijdens de hoorzitting in de Tweede Kamer over de geplande politietrainingsmissie gaven de bonden al aan dat er verschillen zijn in rechtspositie, en dat ze vinden dat hier een oplossing voor gevonden moet worden.