dinsdag 29 maart 2011

Brief kabinet missie Kunduz roept nog vraagtekens op bij GroenLinks en ChristenUnie

GroenLinks en de ChristenUnie kunnen zich nog niet volledig scharen achter de brief die het kabinet maandag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Er zitten voor deze partijen nog te veel onduidelijkheden in over de invulling van de missie.

De steun van beide partijen is cruciaal om een meerderheid in de Tweede Kamer achter het sturen van ongeveer 550 Nederlandse troepen naar de gewelddadige Noord-Afghaanse provincie Kunduz.

GroenLinks
GroenLinks is wel van mening dat “het kabinet laat zien in de brief dat het de voorwaarden van de Tweede Kamer serieus neemt maar een aantal toezeggingen is nog niet of onvolledig ingevuld”.

Jolande Sap vindt dat nog niet alles is geregeld, er hiaten in de brief zitten, en zegt tegen het kabinet “er moeten wat schepjes bovenop.”

Zo zet de partij nog vraagtekens bij de duur van de basistraining en de aanvullende training. Het staat namelijk helemaal niet vast dat die verlengd wordt van 6 naar 8 weken en in totaal 18 weken.

Verder heeft de Sap vragen over het moment waarop de trainingen starten en de wijze waarop Nederland de agenten na hun opleiding blijft volgen.

GroenLinks is dus nog ontevreden.

ChristenUnie
Kamerlid Joël Voordewind van de ChristenUnie heeft ook nog vragen. Hij is van mening dat het kabinet er te gemakkelijk vanuit gaat dat nu aan alle voorwaarden van de Kamer is voldaan.

De brief ademt te veel vaagheid uit, “we doen ons best, het is lastig”. Voordewind ziet wel ambitie, ook voor die 18 weken training, maar geen garanties.

"We hebben grote zorgen of de uitbreiding van zes naar acht weken er wel komt. Dat is nu onduidelijk," zo stelt Voordewind.

Hij vervolgt: “Ook hebben we zorgen over de verslechterde veiligheid. Kunnen rekruten wel de poort uit in Kunduz?”

De ChristenUnie wil verder niet dat er rekruten worden opgeleid die buiten de provincie Kunduz uit het zicht verdwijnen: “Want dan hebben we geen zicht meer op hun mandaat en de aanvullende opleiding.”

Daarnaast is een eis van de partij dat er meer aandacht nodig is voor de positie van religieuze minderheden in Afghanistan. Een tweede Afghaanse bekeerling, die gevangen zit in Mazar-e Sharif, waar een deel van de Nederlanders wordt gestationeerd, moet ook vrijkomen.

Voordewind heeft in de debatten over de politietrainingsmissie van het kabinet de garantie gevraagd dat het zich zou inzetten voor de godsdienstvrijheid in het land. Op bekering tot het christendom staat nog de doodstraf in Afghanistan.

De Afghaanse christen Said Moussa is onlangs vrijgelaten. Shoib Assadulah, die eveneens is aangeklaagd voor afvalligheid en daardoor ter dood kan worden veroordeeld, zit nog steeds gevangen.

De steun van beide oppositiepartijen is cruciaal om een meerderheid in de Tweede Kamer achter het sturen van een politietrainingsmissie naar de gewelddadige Noord-Afghaanse provincie Kunduz.

Zie ook:
Afghaanse regering garandeert civiel karakter politietrainingsmissie Kunduz