Minister Hans Hillen in Kunduz (Foto; ministerie van Defensie) |
Het is de eerste keer dat Hillen de missis in Kunduz bezoekt en dagblad De Telegraaf heeft een interview met de bewindsman geplaatst, waarin hem een vijftal vragen worden gesteld.
Hillen wordt gevraagd wat hij aantrof bij de manschappen, of hij zich zorgen maakt over de veiligheid “nu er recent twee raketten in de buurt van het Nederlandse kamp terecht zijn gekomen”, of hij hoopt dat door zijn bezoek het draagvlak voor de missie toeneemt, of hij nog klachten heeft gehad van militairen en hoe de samenwerking met de Duitsers verloopt.
Opmerkelijk is dat niet wordt gemeld wie het interview met Hillen heeft afgenomen.
Opmerkelijk is ook dat wordt gerept van "twee raketten" die in de buurt van het Nederlandse kamp terecht zijn gekomen, maar niet dat Duitse troepen en Afghaanse veiligheidsdiensten onophoudelijk worden aangevallen door zelfmoordaanvallers en met bomaanslagen, hoewel dit soort raketaanvalen ook gevaarlijk zijn.
Hillen en Van Uhm bezochten vrijdag al de Afghaanse hoofdstad Kabul en reisden vervolgens via Kunduz naar de noordelijke stad Mazar-e-Sharif.
Kabul
De bewindsman begon zijn reis in Kabul. Daar had hij onder meer een ontmoeting met vertegenwoordigers van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL), de International Security Assistance Force (ISAF), Joint Command en de Nato Training Mission Afghanistan (NTMA).
Kunduz en Camp Windmill
Hillen en Van Uhm bezochten zaterdag beiden voor het eerst de manschappen in Kunduz. Jorg Scheeser, de Duitse hoofdinspecteur van politie, ontving de minister en zijn delegatie op het trainingskamp.
Hierna bracht Hillen een bezoek aan Camp Windmill, waar de Nederlandse politietrainingsmissie is gehuisvest.
Na een ontmoeting met het Nederlandse personeel onder leiding van kolonel Ron Smits, voerde de minister overleg met onder meer de Duitse generaal-majoor Markus Kneip, die voor de ISAF missie van de NAVO commandant is van de hele Regio Noord Afghanistan.
Hillen noemde in het Nederlandse café op Kamp Kunduz de aankleding van het kamp en de sfeer voortreffelijk. Daarnaast bedankte de bewindsman de militairen voor hun inzet.
Mazar-e-Sharif
De minister en en Van Uhm brachten daarna een bezoek aan Mazar-e-Sharif, waar alle logistiek voor de Nederlandse eenheden worden verzorgd en het kamp gereed wordt gemaakt voor de komst van de Air Task Force.
De Nederlandse Air Task Force, die bestaat uit 4-F16-gevechtsvliegtuigen en 120 manschappen, verhuist in oktober naar het vliegveld van Mazar-e-Sharif, de hoofdstad van de provincie Balkh, de westelijke buurprovincie van Kunduz.
Waardering
De minister was onder de indruk van de professionaliteit en toewijding van de Nederlandse eenheden.
Hij zei: "Ondanks de ellende van de bezuinigingen die de militairen dagelijks voelen, zijn ze volop bezig zich maximaal in te spannen voor de bewoners van Kunduz."
Ook generaal Van Uhm sprak zijn waardering uit voor het werk van de Nederlanders en hun samenwerking met de Duitsers.
Duitsland leidt voor de International Security Assistance Force (ISAF) de provincie Kunduz.
Van Uhm constateerde dat de missie echt op de rails stond. Hij zei: "De voorbereidingen waren prima, we kunnen nu vol aan de bak."
Basistraining vervroegd
Ondertussen heeft kolonel Ron Smits, de commandant van de missie in Kunduz, gemeld dat Nederlandse trainers per 1 oktober, drie maanden eerder dan verwacht, de basistraining aan Afghaanse agenten kunnen gaan geven.
Aan de Nederlandse politietrainingsmissie nemen 545 militairen en politiefunctionarissen deel. De missie duurt tot 2014.
Zie ook:
Politietrainers missie Kunduz beginnen drie maanden eerder
Enorme toename bomaanslagen op Duitsers in Afghanistan